Met steun van Europa
De Europese Unie wil een evenwichtige organisatie van het goederenvervoer via de weg, het water, het spoor en de lucht. Daarvoor ontwikkelde ze het subsidieprogramma TEN-T, dat staat voor ‘Trans-Europees Netwerk voor Transport’. Ook Seine Schelde maakt hier deel van uit.
Samen met de Europese Unie zetten Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk hun schouders onder dit grensoverschrijdend binnenvaartproject. De vier overheden werken dan ook constructief samen. Om dit te coördineren, is er de Intergouvernementele commissie en het Europees economisch samenwerkingsverband - kortweg IGC en EESV. De IGC stippelt de beleidsdoelstellingen uit en het EESV gaat hiermee aan de slag om tot concrete projectdoelstellingen te komen.
Er moet ook gewaakt worden over het goede verloop van het project. Daarom kijkt het Innovation and Networks Executive Agency - ook bekend als INEA - toe op de technische en financiële vooruitgang.
Waarom
Niet enkel in Vlaanderen bouwen we aan een sterkere toekomst voor de binnenvaart. Ook in Wallonië en Frankrijk wordt er hard aan gewerkt. Met de steun van de Europese Unie maakt dat van Seine Schelde het grootste infrastructuurproject voor binnenvaart in Europa.
Samen werken we aan een multimodaal transportsysteem. Daarmee willen we het vervoer op de weg deels vervangen door transport via het spoor en het water. Heel wat bedrijven zijn immers vlot bereikbaar via de waterweg. Dankzij regionale overslagcentra kunnen goederen vanaf het schip overgeladen worden naar andere transportmodi. De goederen legen dan het laatste stukje landinwaarts af per vrachtwagen of per trein.
Het gebruiken van verschillende vervoersmogelijkheden, noemen we ook wel de 'modal shift'. Die moet ervoor zorgen dat meer goederen op een duurzame en economisch verantwoorde manier vervoerd worden. Zo bieden we een oplossing voor de groeiende files op onze wegen en beperken we de gevolgen van het wegverkeer op onze economie en leefomgeving.
Wat
Goederentransport via het water kent een rijke geschiedenis in Europa. Lang voordat vrachtwagens, vliegtuigen of treinen werden gebruikt, had je de binnenvaart al. Om goederen over een langere afstand te vervoeren, was het water de ideale bondgenoot. Veel steden vestigden zich aan een waterweg om handel te drijven.
Het Seine- en het Scheldebekken vormen vanaf de Noordzee en het Kanaal de toegangspoort tot het Europese waterwegennetwerk. Deze twee regio’s zijn sterk dooraderd met rivieren en kanalen, waardoor de havens jaar na jaar knappe cijfers noteren. Denk maar aan de havens van Antwerpen, Rotterdam, Gent, Terneuzen, Vlissingen, Zeebrugge, Duinkerke, Calais en Le Havre. Met Seine Schelde kunnen we de aan- en afvoerzone voor de havens beter bereikbaar maken: zo stimuleren we transport via het water nog meer!
Europa telt zo’n 40.000 kilometer bevaarbare waterwegen. Met Seine Schelde verbeteren we om en bij de 1.100 kilometer daarvan. De verbinding tussen de Seine en de Schelde is een belangrijke schakel in het waterwegennetwerk, maar moet aangepast worden aan de noden van de moderne binnenvaart. Om het transport op deze verkeersslagaders verder te stimuleren, bouwen we aan betere vaarwegen, het economisch groeipotentieel van de binnenvaart en duurzame oplossingen.
Waar
In het transportbeleid van de Europese Unie werden negen multimodale transportcorridors gedefinieerd. Samen vormen ze het TEN-T-netwerk dat zich uitstrekt over heel Europa. Seine Schelde maakt deel uit van de corridor Noorzee - Middellandse Zee, die Ierland en Engeland via het Kanaal verbindt met Zuid-Frankrijk. De verantwoordelijke corridorcoördinator is professor Péter Balázs van Hongarije.
Seine Schelde is een grensoverschrijdend binnenvaartproject. Vlaanderen, Wallonië, Frankrijk en de Europese Unie werken constructief samen aan een betere verbinding tussen de Seine en de Schelde voor hedendaagse binnenvaartschepen. De Benelux - en bij uitbreiding de Rijndelta - wordt zo verbonden met de regio’s van Le Havre, Rouen en Parijs.
Wanneer
Het idee om te investeren in betere binnenvaartinfrastructuur werd midden de jaren ‘90 voor het eerst op papier gezet. Daarna zijn er verschillende studies uitgevoerd om het project concreet vorm te geven. Hierop volgden verschillende beslismomenten door de regeringen van Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk. Ook lokale besturen werden uitgenodigd aan de gesprekstafel.
Intussen zijn de werken volop bezig. De ambitie is om in de loop van 2028 klaar te zijn met het nieuwe kanaal in Frankrijk: het kanaal Seine-Nord Europe. In 2030 moet het volledige project in Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk voltooid zijn.